Ik kan me niet herinneren dat ik ooit echt sterk ben geweest.
Vroeger al niet. Mijn drie jaar jongere broer werkte me toen al met één judo-worp
zonder genade tegen de grond. Ik had niks in te brengen terwijl ik toch twee
koppen groter was. Ik heb me er altijd min of meer bij neergelegd dat ik nooit
een krachtpatser zou worden.
Ergens vond ik dat natuurlijk uitermate irritant. Ik wilde
ook sterk zijn. Maar ja, ik heb een broertje dood aan krachttraining. Die
krachthonken op de sportschool bekeek ik vol afschuw. Een paar hard kreunende
spierbundels die na drie keer gewichtheffen het zweet al op hun voorhoofd
hadden en zichzelf elke paar seconden zaten te bekijken in de spiegel. Mij niet
gezien.
Punt is alleen dat mijn onderrug instabiel is, en ik jaren
terug een whiplash opgelopen heb. Dus een beetje spierkracht zou mij best goed
doen. Na wat eerste pogingen met oefeningetjes doen, verviel ik toch vaak weer
in mijn oude gewoonte en deed ik het niet meer. Slap vond ik dat. Watje. Maar
ik had gewoon geen motivatie om het wel te doen.
Rompstabiliteit is één van de essentiële onderdelen om goed
en snel te kunnen hardlopen, en helpt je bij het zwemmen. Ik kreeg pijntjes tijdens
het trainen hiervan. Mijn knie, rug en nek strubbelden geregeld tegen. Door
mijn romp beter te gaan trainen, wordt mijn rug sterker, loop ik rechter en lig
ik hoger in het water. Dat zorgt er allemaal weer voor dat ik sneller wordt.
Kijk, en dan komt daar ineens die motivatie om de hoek kijken. Die pijntjes
overleefden ik allemaal wel, maar sneller worden is wat ik echt wil.
Ik ben naar de dichtstbijzijnde sportschool gegaan, heb
uitgelegd wat ik wilde bereiken en ben aan de slag gegaan. Ik doe alleen maar dynamische
oefeningen op de mat. We zijn ‘klein’ begonnen met rustige oefeningen en weinig
kilo’s. De focus bij elke oefening ligt op kracht en stabiliteit. Na de
allereerste keer trainen kwam ik de volgende dag bijna mijn bed niet uit. Wat
een spierpijn. Het was pittig maar een week later stond ik er weer. Het was
winter en koud dus ik beloofde mezelf dat ik na mijn training de sauna in
mocht. Dat helpt. Net een stukje extra motivatie om toch weer te gaan.
Inmiddels zijn we ruim een half jaar verder. Ik doe nu zo’n acht a negen
oefeningen en loop of fiets er nog een intensieve training achteraan.
Ik word (gelukkig!) geen spierbundel. Geen fitness-lady die
op een man lijkt. Ik ben wel een beetje meer die krachtpatser geworden. Mijn
benen zijn sterk en merk ik goed als ik loop of fiets. Ik kan puur op kracht
veel meer tempo maken. Ik zwem goed en kan mijn slag beter af maken. Mijn romp
is stabiel en houdt me goed in haar greep als ik sport. Ik heb altijd gedacht
dat ik niet sterk zou zijn maar ik heb me vergist. Mijn lijf past zich snel
aan, herstelt goed en bij elk herstel word ik ietsje sterker. Mijn broer is
inmiddels twee koppen groter dan ik dus een robbertje vechten zit er nog altijd
niet in. Maar snel rennen kan ik nu als de beste ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten